Route van de plaatsen in het Zwarte Woud

Kijk onder de kaart voor de omschrijving.

Carols-Ruhe

A: Karlsruhe ligt aan de noordzijde van het Zwarte Woud in het brede dal van de rijn. Het is een jonge stad. Op 17 juni 1715 legde markgraaf Karl Wilhelm von Baden-Durlach de eerste steen voor zijn jachtslot 'Carols-Ruhe', waarbij zich later de stad zou ontwikkelen. Van het oorspronkelijke, deels in vakwerk uitgevoerde slotcomplex is alleen nog de grote toren over. De overige gebouwen werden in de tweede helft van de achttiende eeuw vervangen of verbouwd. Tegenwoordig is in het slot het Badisches Landmuseum gevestigd, waar u onder meer de 'Turkenbeute' (de spullen die markgraaf Ludwig Wilhelm I von Baden-Baden op de Turken buitmaakte) kunt bewonderen. Achter het slot ligt een in Engelse stijl aangelegd park dat overgaat in het Hardtwaldt. Daar is een wildpark. Aan de Hans Thomasstrasse staat de kunsthalle, die een grote schilderijenverzameling herbergt. Hier zijn werken te zien van onder andere Rembrandt, Rubens, Holbein, Grünewald, Chardin, Cranach, Cézanne, Gauguin en Kokoschka.

Favorite

B: Rastatt Werd, na de verwoesting door de Fransen in de zeventiende eeuw, vanaf 1689 door markgraaf Ludwig Wilhelm I von Baden-Baden opnieuw aangelegd. Het belangrijkste monument is het barokke slot van de markgraaf. Het werd door de Italiaanse bouwmeester Rossi tussen 1697 en 1707 gebouwd naar het voorbeeld van het paleis van Versailles. Na de dood van de markgraaf, in 1707, werd de bouw voortgezet door zijn weduwe Sibylla Augusta. Zij liet onder meer de slotkerk bouwen. Hierin bevindt zich haar grafmonument. In Rastatt vinden we een aardig marktplein met het raadhuis (1750) en de stadskerk (1756-1764), beide van de bouwmeester Rohrer.
Ongeveer 5 km ten zuidoosten van Rastatt staat bij Kuppenheim het slotje Favorite, dat markgravin Sibylla als zomerverblijf liet bouwen.

Baden-Baden

C: Baden-Baden is de beroemde Duitse badplaats. Het ligt beschut in een dalkom van de Oos. Reeds de Romeinen profiteerden van de geneeskrachtige warmtebronnen, zoals men uit overblijfselen van badhuizen heeft kunnen opmaken. Van 1766 tot 1826 werd het grootste deel van het kuurgedeelte van de stad gebouwd. Baden-Baden was in die tijd tot bloei gekomen doordat vele Franse aristocraten er na de Franse Revolutie een toevlucht gezocht hadden. Bezienswaardigheden zijn: het Neue Schloss, vanaf 1479 de residentie van de markgraaf van Baden-Baden; na de verwoesting van 1689 werd het slechts gedeeltelijk herbouwd, en kloosterkerk, de kuurwijk mer kurhaus, casino en een prachtig park. Verder vallen te noemen de Lichtenauer Allee, een van de mooiste parkpromenades van Europa, het cisterciënzerklooster Lichtental (dat werd gesticht in 1243, terwijl het huidige complex uit de veertiende en vijftiende eeuw stamt), en het middeleeuwse slot Hohenbaden, dat tegenwoordig een ruïne is.

Hornisgrinde en de Mummelsee

D: De Schwarzwald Hochstrasse loopt van Baden-Baden naar Freudenstadt en heeft een lengte van ruim 60 km. De weg bereikt hoogten tot 1000 m en is een van de mooiste uitzichtroutes van Duitsland. Onderweg zijn er vele parkeerplaatsen vanwaar u van mooie vergezichten kunt genieten. Er liggen aan de route maar weinig plaatsen, maar natuurgebieden rond de hornisgrinde (1164 m) en de Kniebis (971 m) zijn schitterend. Bij de Hornisgrinde ligt de romantische Mummelsee, waarvan het water door de veenbodem donder gekleurd is.

E: Oppenau is een aardig klein stadje in het dal van de Rench. Het bezit een interessant streekmuseum.

F: Zie E

Freudenstadt markplaats

G: Freudenstadt is schitterend gelegen in het noordelijk gedeelte van het Zwarte Woud. De stad werd omstreeks 1600 gesticht als mijnbouwstad nadat in de buurt zilver ontdekt was. Na een enorme brand in 1632 werd de stad volgens wiskundige principes herbouwd. Het centrum wordt gevormd door het grote rechthoekige marktplein, dat is omgeven door huizen met op de begane grond bogengalerijen. Een bijzonder gebouw is de zeventiende-eeuwse kerk, die uit twee rechthoekig op elkaar staande schepen bestaat. Verder is er het interessante Schwarzwaldmuseum met mineralen en werken van inheemse kunstenaars.

H: Alpirsbach ligt mooi in het Kinzigdal en heeft een historische sfeer. Zeer romantisch is de oude kloosterwijk met oude huizen en de beroemde kloosterkerk uit de elfde eeuw. In de kruisgang van het klooster worden 's zomers concerten gegeven.


I:Schiltach. Dit stadje ligt in het driehoekige dal dat wordt gevormd door de Kinzig en de Schiltach. Het is een gezellig middeleeuws aandoend plaatsje met bochtige straatjes en mooie vakwerkhuizen. Aan de gevel van het raadhuis zien we een voorstelling van de vlotvaart. Schiltach was eens namelijk de plaats waar de meeste houtvlotters woonden. De in de bossen gekapte bomen werden tot het einde van de negentiende eeuw over het water vervoerd. In het Heimatmuseum kunt u meer over de houtvloterij te weten komen.

schramberg

J: Schramberg ligt op het snijpunt van vijf dalen: het Schiltach-dal, het Güttelbach-dal, het Berneck-dal, het Kinbach-dal en het Lautenbach-dal. Het wordt daarom de 'Funftälerstadt' genoemd. Schramberg heeft een belangrijke klokkenindustrie. Het raadhuis is voorzien van astronomische klok. In de omgeving staan drie burchtruïnes, te weten de Schilteck, de Hohenschramberg en de Falkenstein.

L: Triberg is een idyllisch stadje dat door met bos bedekte bergen wordt omringd. Het is een populair kuuroord. In de omgeving is de hoogste waterval van Duitsland (162m) te zien. Er is een interessant streekmuseum met klederdrachten, klokken en een maquette van de Schwarzwaldbahn (de spoorlijn van Hausach naar St. Georgen). Verder is er een aardige bedevaartkerk, die versierd is met boerenbarok. In de zaal van het raadhuis vinden we bijzonder mooi houtsnijwerk.

furtwangen

M: Furtwangen ligt op 870 m hoogte en is de bakermat van de klokkenindustrie van het Zwarte Woud. Zeer interessant is het Uhrenmuseum, dat de grootste klokkenverzameling van Duitsland herbergt.
In het ongeveer 5 km ten zuidwesten van Furtwangen gelegen dorp Neukirch heeft men een verzameling van honderdzestig muziekautomaten van vroeger. Bij het vervolg van de reis komen we even voor St. märg langs de Hexenlouchmühle, een oude watermolen met schoepenrad, zoals er in de omgeving van St. Märg meer te vinden zijn. In St. Märg staat een mooie barokkerk met twee torens. In het naburige St. Peter ligt een in 1093 gesticht benedictijenklooster met een prachtige achttiendeeeuwse kerk van de bouwmeester Thumb en een in barokstijl versierde bibliotheekzaal.

Talvogtei

N: Kirchzarten is een oeroud stadje dat voortkwam uit de Romeinse nederzetting Tarodunum. Het ligt in het brede dal van de Driesam en is omgeven door hoge bergen. De St Galluskirche is oorspronkelijk gesticht in de negende eeuw en kreeg haar huidige uiterlijk grotendeels in de zestiende eeuw. Andere bezienswaardigheden zijn Talvogtei, een in hoefijzervorm gebouwde oude waterburcht, en de Kienzlerschmiede. Dit is een door twee waterraderen aangedreven smederij uit de achttiende eeuw. Rijdt u verder in de richting van de berg Schauinsland, dan komt u na 4,5 km langs de voormalige kloosterkerk van Oberried. Ten zuiden van het plaatsje ligt 40 ha grote bergwildpark Steinwassen. Het naburige St. Wilhelmer Tal is een van de lieflijkste dalen van het Zwarte Woud.

O: Todtnau is een door prachtige bossen omgeven vakantieplaatsje aan de voet van de Feldberg. Het was vroeger een mijnbouwstadje en het is de bakermat van de Duitse skisport.  Todtnau heeft de oudste skivereniging van Midden Europa. In het naburige Präg vinden mooie oude boerderijen en in  de omgeving zijn fraaie watervallen. Er loopt een kabelbaan naar Hasenhorn (1158 m).

P: St. Blasien is beroemd om zijn benedictijnenklooster, dat al in de negende eeuw werd gesticht. Een Franse architect bouwde in de achttiende eeuw een nieuw klooster en een koepelkerk, waarvoor hij het Parijse Panthéon als voorbeeld nam. De kerk is met haar hoge koepel in grootte de derde koepelkerk van Europa.

Q: Höchenschwand is een rustig vakantieplaatsje en wordt vanwege zijn ligging op een 1000 m hoog plateau wel 'Dorf am Himmel' genoemd. Bij helder weer hebt u een prachtig vergezicht op de Zwitserse Alpen.

Waldshut

R: Waldshut-Tiengen is een gemeente die bestaat uit stadjes Waldshut en Tiengen. Waldshut werd in 1242 door de Habsburgers gesticht en was vele jaren een zetel van de Oostenrijkse overheid. In 1468 werd de stad door de Zwitserse eedgenoten belegerd. Toen de stad bijna uitgehongerd was, kwam iemand met een listig plan. Men nam het enige overgebleven schaap en liet het op de stadsmuur lopen. Het vette schaap begon te blaten en trok de aandacht van de belegeraars, die zelf ook van de honger vergingen. Zij waren zo ontmoedigd door de aanblik van het schaap, dat ze het beleg ophieven. Deze gebeurtenis wordt nog elk jaar op de derde zondag in Augustus gevierd met een optocht, waarin natuurlijk ook een schaap meeloopt.

In het centrum van de stad loopt de hoofdstraat, de Kaiserstrasse, die aan beide zijden door dertiende eeuwse poorten wordt afgesloten. In de straat staan enige zeventiende en achttiende eeuwse gildehuizen en het raadhuis (1770).

Tiengen ligt in het wijde dal van Wutach. Het stadje is vermoedelijk ontstaan uit een Keltische nederzetting. Het kreeg in 1229 stadsrechten. Oorlogen in de vijftiende en de zeventiende eeuw hebben de stad veel schade gedaan. Daardoor zijn er maar weinig monumenten bewaard gebleven. Van de vestingswerken bestaat nog de Storchenturm (ooievaarstoren). Verder is er de achttiende-eeuwse Marienkirche van de bekende bouwmeester Thumb.

S: Laufenburg is een schilderachtig middeleeuws stadje aan de rijn. Het werd in het begin van de vorige eeuw verdeeld in een Duits gedeelte, Klein-Laufenburg, en een Zwitsers gedeelte, Gross-Laufenburg. Beide gedeelten zijn door een brug met elkaar verbonden. Gross-Laufenburg is het interessantst. We vinden er onder meer een aardig raadhuisje, de St. Johannkirche (vijftiende en zestiende eeuw). Op de burchtheuvel staat de ruïne van een twaalfde-eeuwse woontoren, waar de heren Habsburg-Laufenburg geresideerd hebben.

Enkele kilometers ten noordoosten van Laufenburg ligt Hauenstein, dat voor de inlijving bij Laufenburg het kleinste stadje van Duitsland was.

T:Bad Säckingen heeft een mooie oude stadskern en bezit bovendien een fraaie houten brug over de Rijn. Het is de langste overdekte houten brug van Europa en de oudste bewaard gebleven houten brug ter wereld. Bad Säckingen werd in de negentiende eeuw bekend in de literatuur doordat de schrijver Joseph von Scheffel zijn 'Trompeter von Säckingen' schiep. Het is het verhaal van een eenvoudige trompetter die verliefd wordt op de dochter van de heer van het slot Schönau (dat tegenwoordig het Trompeterschlössen genoemd wordt). Het aardige van het verhaal is dat de gelieven ondanks het standverschil mogen trouwen. 's Zomers worden er in het park concerten gegeven, en dan is er altijd een jonge trompetter in historische kostuum die het hoogste lied blaast.

Grotere kaart weergeven