Posts tonen met het label Baden-Baden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Baden-Baden. Alle posts tonen

woensdag 20 juli 2011

Route van de plaatsen in het Zwarte Woud

Kijk onder de kaart voor de omschrijving.




Carols-Ruhe
A: Karlsruhe ligt aan de noordzijde van het Zwarte Woud in het brede dal van de rijn. Het is een jonge stad. Op 17 juni 1715 legde markgraaf Karl Wilhelm von Baden-Durlach de eerste steen voor zijn jachtslot 'Carols-Ruhe', waarbij zich later de stad zou ontwikkelen. Van het oorspronkelijke, deels in vakwerk uitgevoerde slotcomplex is alleen nog de grote toren over. De overige gebouwen werden in de tweede helft van de achttiende eeuw vervangen of verbouwd. Tegenwoordig is in het slot het Badisches Landmuseum gevestigd, waar u onder meer de 'Turkenbeute' (de spullen die markgraaf Ludwig Wilhelm I von Baden-Baden op de Turken buitmaakte) kunt bewonderen. Achter het slot ligt een in Engelse stijl aangelegd park dat overgaat in het Hardtwaldt. Daar is een wildpark. Aan de Hans Thomasstrasse staat de kunsthalle, die een grote schilderijenverzameling herbergt. Hier zijn werken te zien van onder andere Rembrandt, Rubens, Holbein, Grünewald, Chardin, Cranach, Cézanne, Gauguin en Kokoschka.

Favorite
B: Rastatt Werd, na de verwoesting door de Fransen in de zeventiende eeuw, vanaf 1689 door markgraaf Ludwig Wilhelm I von Baden-Baden opnieuw aangelegd. Het belangrijkste monument is het barokke slot van de markgraaf. Het werd door de Italiaanse bouwmeester Rossi tussen 1697 en 1707 gebouwd naar het voorbeeld van het paleis van Versailles. Na de dood van de markgraaf, in 1707, werd de bouw voortgezet door zijn weduwe Sibylla Augusta. Zij liet onder meer de slotkerk bouwen. Hierin bevindt zich haar grafmonument. In Rastatt vinden we een aardig marktplein met het raadhuis (1750) en de stadskerk (1756-1764), beide van de bouwmeester Rohrer.
Ongeveer 5 km ten zuidoosten van Rastatt staat bij Kuppenheim het slotje Favorite, dat markgravin Sibylla als zomerverblijf liet bouwen.

Het Zwarte Woud (van Karlsruhe naar Säckingen)

Zwarte Woud
Het Zwarte Woud (Schwarzwald) roept gedachten aan vakantie op. Het doet ons denken aan de pittige lucht in de schaduwrijke dennenbossen, aan gezoem van insecten en met bloemen bedekte weiden, aan het geruis van een beekje en het geluid van een watermolen, aan vergezichten over beboste bergen en aan schuren en huizen met rieten daken.

Het Zwarte Woud is de geur van hars en hooi, een landschap waar men zich ontspant. Dat is niet altijd zo geweest. De Romeinse senatoren en militairen die in Aqua Aureliae, het huidige Baden-Baden, kwamen uitrusten, dachten er heel anders over. Voor hen was het achter hun badhuizen oprijzende Silva Nigra, zoals ze het Zwarte Woud noemden, een onherbergzame, schrikaanjagende wildernis, zoals men die nergens meer in het Romeinse rijk vond. Eeuwenlang bleef het Zwarte woud ongerept en leefden er slechts beren, wolven, oerossen en bizons.

Pas in de negentiende eeuw begonnen romantisch aangelegde natuurliefhebbers tochten door het bergachtige gebied van het Zwarte Woud te maken. Daarna dienden zich de eerste toeristen aan. Ze kwamen in contact met boeren, houthakkers en houtkoolbranders die in het Zwarte Woud leefden. Die bosbewoners waren een apart slag volk.